De Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP) is kritisch op een deel van zijn eigen achterban, staat vandaag te lezen in Het Financieele Dagbad. De vertegenwoordiger van private equity partijen vindt dat de investeerders achter winkelketens Action en Hunkemöller de pijn van de coronacrisis te snel en eenzijdig op anderen afwentelen.
‘Private equity moet zich als geen ander netjes gedragen’, zeggen voorzitter Annemarie Jorritsma en directeur Tjarda Molenaar in de krant. ‘Er is een tijd na corona. Wij zijn van de lange termijn. Dus je moet nu rekening houden met de consequenties van jouw beslissingen voor later.’
In Nederland bezitten investeringsmaatschappijen volgens het artikel zo'n 1400 bedrijven met een gezamenlijke omzet van €85 miljard. Dat komt neer op 14% van de Nederlandse economie. En het is niet de eerste keer dat private equity partijen onder het kritische vergrootglas worden gelegd. In de bankencrisis vanaf 2008 werd een deel van hen (zonder gevolgen, overigens) om dezelfde redenen ronduit verketterd. En recentelijk – dat is waar Jorritsma en Molenaar ook naar verwijzen – waren het enkele investeerders die zonder enige schroom de risico’s van de coronacrisis op leveranciers probeerden af te wentelen. Wat hen in het maatschappelijk domein inderdaad – en volkomen terecht – op de nodige kritiek kwam te staan.
Verre van duidelijk
Maar, waarover hebben we het hier eigenlijk? Het publieke ‘foei’ van de eigen brancheclub in Het Financieele Dagblad maakt dat verre van duidelijk. Kent de private equity wereld inderdaad een afdeling ‘Sodom en Gomorra’? En zijn deze partijen uitzonderingen die de regel bevestigen, of juist het topje van de ijsberg? Want 14% van de Nederlandse economie is niet niks. En als DGA van een prachtig MKB-bedrijf kun je – zo leert de praktijk, helemaal in deze corona-tijd – met private equity te maken krijgen. Dus is wat context en perspectief geen overbodige luxe.
Je hebt als DGA van een MKB-bedrijf in Nederland een aantal manieren om extern aan geld te komen. Via de bank is natuurlijk de meest bekende. Maar je kunt ook investeerders vragen om in je bedrijf te participeren. Om zo sneller te kunnen groeien, noodzakelijke investeringen te kunnen doen, of om zo een zogeheten ‘pré exit’ te realiseren (een eerste stap van een DGA naar uitstappen en verkopen van de onderneming).
Een deel van deze investeerders werkt samen met private equity bedrijven, die het kapitaal van een aantal mensen samenvoegen en beleggen in veelal Nederlandse MKB-ondernemingen. In veel gevallen geen puissant rijke mensen, maar gewone Nederlanders die proberen – voor hun aanvullend pensioen bijvoorbeeld – met hun spaargeld extra rendement te realiseren (want op de bank zetten levert niks op). En de private equity bedrijven helpen hen om dat op een professionele en veilige manier te doen. Net zoals banken particuliere beleggers helpen bij hun activiteiten op de aandelenbeurs.
Niks mis mee dus. Sterker nog: private equity partijen zorgen er mede voor dat er kapitaal beschikbaar is en blijft voor ondernemers om mee te ondernemen. En ja, daarvoor wordt een prijs gerekend en wordt van het betrokken bedrijf een positieve ontwikkeling verwacht. Maar met het risico dat de investering niet rendeert of zelfs tenietgaat. Deze vorm van investeren opereert volstrekt binnen de maatschappelijke kaders die wij aanvaardbaar vinden. Ook ten tijde van een crisis zoals wij die nu meemaken.
Agressieve strategie
Maar er zijn in deze markt ook partijen die anders in de wedstrijd zitten. Dit zijn doorgaans de grotere internationale investeringsclubs die er een agressieve strategie op nahouden. Huiselijk omschreven: zij grijpen met hun investering de macht binnen bedrijven, stoppen de onderneming vervolgens vol met schulden en trekken eventuele extra liquiditeit via dividenden meteen weg richting hun eigen aandeelhouders. Als eerste verdienmoment.
Het bedrijf in kwestie moet vervolgens de torenhoge schuldenlast gaan wegwerken. Met als gevolg dat er nauwelijks nog waarde wordt toegevoegd. Want al het verdiende geld gaat naar de schuldaflossing. En als er wel iets overblijft, dan gaat dat als dividend onmiddellijk naar de aandeelhouders. Bovendien houden deze private equity partij scherp in de gaten wanneer het bedrijf weer – liefst voor een hogere prijs – aan een volgende partij kan worden doorverkocht. Met bij winst het volgende cashmoment voor de aandeelhouders. En precies de reden waarom deze agressieve clubs niet voor de lange termijn in een bedrijf zitten.
Bovendien: als de kopende partij dezelfde agressieve strategie heeft, begint het feest weer van voren af aan. En zo worden deze bedrijven feitelijk leeg getrokken en naar de rand van de afgrond gebracht. Tot het einde is bereikt en de bedrijven volledig zijn leeggeroofd.
Kritiek
De hiervoor beschreven praktijk is waar de kritiek zich op richt en die door de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen worden terechtgewezen. De praktijk van de agressieve clubs is overigens volstrekt legaal, en volgens menigeen wel volstrekt immoreel. Maar: er wordt wel in korte tijd veel geld mee verdiend. En onder de aandeelhouders van deze agressieve clubs zitten niet alleen de ‘Dagobert Ducks’ van deze wereld. Maar bijvoorbeeld ook Nederlandse pensioenfondsen die onder druk van de ‘dekkinsgraden’ op zoek zijn naar manieren om snel veel geld te verdienen. Wat weer bijzonder is, omdat diezelfde pensioenfondsen er een publiek punt van maken dat zij niet in de wapenindustrie of in milieuvervuilende activiteiten investeren, maar buiten beeld dus wel in deze tak van sport. Maar dat terzijde.
Als DGA op zoek naar investeerders is het dus belangrijk te weten hoe het landschap van de private equity in elkaar zit. Er zijn namelijk veel private equity bedrijven die een bijzonder positieve impact kunnen hebben op de ontwikkeling van een MKB-onderneming. Of het nu gaat om het faciliteren van de gewenste groei, de professionalisering van de onderneming, het mogelijk maken van een pre-exit, of alle drie. Maar verreweg de meeste DGA’s zullen niet zitten te wachten op investeerders van de agressieve soort. En je wilt er ook niet te laat achter komen dat je – vanuit jouw perspectief – de verkeerde club hebt binnengehaald. Dus is het advies: private equity is een prima manier om professionele investeerders binnen te halen die jou en jouw bedrijf verder helpen ontwikkelen, maar check van tevoren goed met wie je in zee gaat.