Veel kleine accountantskantoren dreigen te stoppen met wettelijke controles, meldt Het Financieele Dagblad. En dat zou slecht nieuws zijn voor ondernemers die hun bedrijf verplicht moeten laten controleren door een externe accountant. Want het schaadt de concurrentie tussen kantoren, met prijsverhogingen als gevolg.
Het is het zoveelste hoofdstuk in de discussie over de Nederlandse accountancy. Met als bijzonderheid: geen van de hoofdstukken is in staat de oplossing dichterbij te brengen. Terwijl die toch ècht voor de hand ligt. Al járen.
Een wettelijke controle is in Nederland verplicht voor bedrijven en instellingen die structureel voldoen aan minimaal twee van de volgende drie criteria: meer dan vijftig medewerkers, een netto-omzet van meer dan € 12 miljoen en/of een balanstotaal van meer dan € 6 miljoen. Per jaar komt dat neer op zo’n 18.000 wettelijke controles, verdeeld over 265 kantoren met een Wta-vergunning.
Inschatten
Nog niet zo gek lang geleden waren er in Nederland nog rond de 600 kantoren met zo’n vergunning. En als je ervaren registeraccountants – de professionals die deze controles uitvoeren – spreekt, dan hoor je hen inschatten dat er over een paar jaar waarschijnlijk nog maar zo’n 100 kantoren met vergunning overblijven. En waarom dat is? Kleine kantoren ontberen, zo wordt gezegd, de juiste schaalgrootte om te investeren in de digitalisering van hun werkzaamheden (controles worden in rap tempo geautomatiseerd). Verder lopen de kosten van de auditpraktijk sterk op door hoge kwaliteitseisen als gevolg van almaar strengere wet- en regelgeving. En dus komen de marges van de kleinere kantoren onder druk te staan.
Van buiten naar binnen
Maar is dat erg, dat teruglopende aantal vergunningen? Niet als je ‘van buiten naar binnen’ kijkt, toegevoegde waarde als uitgangspunt neemt en het issue van de wettelijke accountantscontrole beziet als onderdeel van de bredere financiële dienstverlening. En daar zit hem ook meteen de crux. Want sinds jaar en dag redeneren de overheid en accountancy brancheorganisaties juist ‘van binnen naar buiten’, en gaat zij voorbij aan de werkelijkheid in de markt. Met de overheid als eeuwige wet- en regelgeving fetisjist zonder bedrijfservaring, en de brancheorganisaties als trouwe vazallen en strijders voor het eigen voortbestaan.
Toegevoegde waarde
Voor de goede orde: er is helemaal niks mis met accountantscontroles. Wanneer bij een bedrijf of organisatie eigendom, bestuur (en maatschappelijk belang) in verschillende handen ligt, kan de accountantscontrole zéker waarde toevoegen. Je moet alleen goed kijken bij welke omvang van de organisatie dat het geval is. Ervaren RA’s vinden al langer dat de controlegrens in Nederland fors omhoog moet. Omdat de toegevoegde waarde van goedgekeurde jaarrekening voor de gebruikers – eigenaars, leiding, het maatschappelijk verkeer, de financiers – bij ondernemingen in de buurt van de huidige grens niet opwegen tegen de kosten en inspanningen. Daar is, zeggen zij, de toegevoegde waarde van een goeie CFO aanzienlijk groter dan die van een controlerend accountant.
Alles of niks
Bovendien heeft de huidige praktijk iets van ‘alles of niks’. Want als er geen sprake is van een verplichte of vrijwillige controle dan geldt doorgaans de samenstellingsverklaring door de MKB-accountant als alternatief. Ook daar is helemaal niks mis mee, overigens. Want die komt vaktechnisch weliswaar neer op (huiselijk gezegd) een ordelijke optelling van de getallen, maar wordt wel voorzien van een duidelijke en waar nodig kritische professionele bespreking door een accountant die zowel het bedrijf/de organisatie als de ondernemer/de directie goed kent. Het gekke is alleen dat het Nederlandse accountancystelsel ook nog een tussenvorm kent – dus tussen controle en samenstel in – die nauwelijks wordt gebruikt: de beoordelingsverklaring. Terwijl deze beoordelingsverklaring de ‘negative assurance’ toevoegt (‘niet is gebleken dat de jaarrekening geen getrouw beeld geeft..’, etc’) die de overheid zo graag zoekt. Deze tussenvorm zou een werkzame oplossing kunnen zijn wanneer de grens voor de verplichte controle in belangrijke mate wordt opgetrokken.
Werkelijkheid
Hoe je hier ook naar kijkt, alles staat of valt bij de erkenning van de werkelijkheid: van buiten naar binnen dus. Ondernemen is veel meer dan een goed product ontwikkelen, produceren en aan de man brengen. Het aantal ballen dat ondernemers tegelijk in de lucht moeten houden is enorm toegenomen. Om nog maar te zwijgen over het feit dat 90% van alle ondernemingen in verdringingsmarkten opereert: markten met zóveel concurrentie dat je alleen door toegevoegde waarde en onderscheidenheid overeind kunt blijven.
In die markten hebben ondernemers behoefte aan professionals die dicht bij hen staan. Aan ‘schaduwondernemers’. Mensen – meestal financiële dienstverleners – die tegelijk kritisch zijn en zo dicht mogelijk op hun klanten opereren. Die náást hen staan, áchter hen, maar nooit op de stoel van de ondernemer gaat zitten. Dát is de accountant van de toekomst voor de overgrote meerderheid van ondernemingen en organisaties in Nederland. En helemáál voor alle bedrijven waarbij bezit en bestuur in één hand liggen.
Publiek debat
In het publieke debat wordt door de overheid de accountancy over één kam geschoren: de controle van organisaties van openbaar belang, OOB’s. De normen voor deze controle zijn al jaren maatgevend voor de agenda voor de gehele sector. Het wordt tijd dat het MKB daarvan wordt bevrijd. In het MKB is behoefte aan financiële professionals die voor, achter en naast de ondernemer staan. De accountant aan de keukentafel, zoals vroeger, en niet achter een dossier. Want dat laatste voegt in deze sector geen enkele waarde toe.
Dus laten we de accountancyregels voor het MKB aanpassen aan de behoeften van de stakeholders in die sector. Want als leiding en eigendom in één hand zijn, wie zit er dan te wachten op een verplichte controle? Dan kunnen de criteria voor verplichte controles omhoog, kunnen we gebruik maken van andere instrumenten om benodigde zekerheid te verschaffen – zoals de beoordelingsverklaring – en komt er tijd vrij voor accountants van de kleine kantoren om te focussen op echte toegevoegde waarde: de (deeltijd-)CFO te zijn die ondernemers helpt vooruitkijken. Daar zullen veel ondernemers in het MKB ons erg erkentelijk voor zijn. Want de klassieke MKB-accountant is dood, dus leve de MKB-CFO.
Lion Finance vindt dat elke onderneming een CFO verdient. Vaste financiële expertise in eigen huis. Om werk uit handen te nemen, problemen op te lossen, de kwaliteit op financieel gebied te verbeteren en de juiste weg te bewandelen bij bedrijfsfinancieringen. Een hoogopgeleide en ervaren CFO of controller op parttimebasis en tegen een vaste prijs. Dus bereikbaar voor kleine en middelgrote bedrijven. Meer weten: ga naar www.lion-finance.nl